Tientallen zeehonden die een dutje doen, bruinvissen die zich aan de oppervlakte laten zien en de zeldzame bontbekplevier die over haar nest waakt. We hebben prachtige natuur in Zeeland en iets wat net zo belangrijk is: de mensen die zorgen dat het zo blijft.
Dit verhaal zou een heel ander begin hebben, als er geen inspecteurs op het water zouden zijn. Denk aan: zeehonden die stress krijgen van toeristen die te dichtbij komen, bruinvissen die overlijden door een botsing met de schroef van te snelle boten of de zeldzame bontbekplevier die weggejaagd wordt van haar nest.
Je weet nooit wat je tegenkomt
Dankzij de groene inspecteurs van RUD Zeeland en alle samenwerkingspartners gebeurt dit gelukkig zelden. Zij beschermen onze natuurgebieden op het land én op het water. Wat maken ze mee tijdens een patrouille? Dat laten we graag zien. We stappen aan boord bij Huibert Polak en Flip Meijaard. “Je weet nooit wat je tegenkomt”, zegt Flip. Even later ronkt de motor en vaart RUD-patrouilleboot Sterna het sluizencomplex van Hansweert uit. De Zeeuwse vlag wappert in de zilte wind. Vanaf het moment dat Huibert en Flip het water doorkruisen, steken ze amicaal hun hand op naar alle passerende vaartuigen. Huibert: “Zichtbaar aanwezig zijn is het voornaamste. Dan letten mensen beter op. Dat is hetzelfde als wanneer je een politieauto ziet rijden.”
Samenwerken in Deltawateren
De inspecteurs van RUD Zeeland zijn niet de enigen die controles uitvoeren op het water. De Deltawateren zijn het werkgebied van meerdere organisaties die in de natuur mogen handhaven. Denk aan Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat. De Deltawateren gaan ook over de provinciegrenzen heen. Ze lopen van het West-Zeeuws-Vlaamse natuurgebied het Zwin tot Hoek van Holland en landinwaarts tot en met de Biesbosch.
Er is overleg en er wordt veel samengewerkt. Op sommige plaatsen vervagen de grenzen letterlijk. Zo hoort het westelijke deel van het Krammer-Volkerak bij de provincie Zeeland. Het noordelijke deel bij Zuid-Holland en het zuidelijke deel bij Noord-Brabant. “En alles is Natura 2000-gebied”, vertelt Huibert. Dat betekent dat zich in deze gebieden kwetsbare planten en diersoorten bevinden, die internationaal beschermd zijn. Daar zijn regels aan verbonden. Ondertussen ontgaat de inspecteurs op het water niets. Huibert wijst een klein bootje aan. “Die boot mag daar vissen.” Huibert en Flip weten precies wie een vergunning heeft om op een bepaalde plek te vissen, kokkels te rapen of werkzaamheden uit te voeren.
Binnen het Natura 2000-gebied zijn er gebieden die extra kwetsbaar zijn. Dit zijn de zogenoemde TBB-gebieden. Die vallen onder het toegangsbeperkingsbesluit en zijn door de minister aangewezen. “Dat is vandaag het hoofddoel. Kijken of mensen daar zijn, terwijl het niet mag”, zegt Huibert.
We varen richting de Vondelingsplaat en Roggenplaat, allebei TBB-gebied. Bij de Vondelingsplaat rusten zeehonden. Een boot vol mensen met camera’s en verrekijkers ligt er een eind vandaan. De inspecteurs steken hun hand op naar de schipper. De boot mag daar liggen, maar dichterbij komen mag niet. Er zijn veel schepen en boten van particulieren die op zeehondensafari gaan, maar ze moeten een afgesproken afstand houden. Patrouille is nodig, merken de inspecteurs. “We hebben wel eens gehad dat mensen tussen de zeehonden liepen. De dieren moeten juist rust hebben. Als ze gestrest raken, kunnen ze dood gaan. Dat wil je natuurlijk niet.”
Er zitten zo’n driehonderd zeehonden in de Oosterschelde. Bij de Roggeplaat is het rustig. “De zeehonden schrikken hier ook sneller, omdat er minder boten voorbij komen. Vroeger werd de plaat best vaak betreden. We zijn hier daarom vaak aanwezig.” Als mensen bij de jachthaven van Burghsluis vragen of ze naar de zeehonden kunnen varen, krijgen ze een folder mee. Daarin staat uitgelegd waarom dat niet mag. “Die samenwerking is heel belangrijk.” Als we de plaat passeren, komt het water op en gaan de zeehonden sowieso het water in om eten te zoeken. “Anders komen we hier niet.” Flip vaart langzaam langs de dieren en Huibert telt ondertussen hoeveel het er zijn. “Tweeënnegentig!” Eind mei, begin juni worden de eerste jongen geboren. Huibert kijkt met de verrekijker, maar ziet nog geen kleintjes. Een topsnelheid varen ze sowieso niet. Dat gebeurt alleen als overtreders wegvaren en ze de achtervolging in moeten zetten.
Achter de Zeelandbrug geldt een maximale vaarsnelheid van twintig kilometer per uur. Er zitten daar zo’n tachtig bruinvissen. Huibert: “In de Oosterschelde zit een vaste populatie. Als je heel hard vaart, ga je met je schroef over zo’n vis heen. Dan is hij dood. Als je dat uitlegt, komt dat wel aan bij mensen. Een goed gesprek komt beter binnen dan een bekeuring.” Soms zwemmen de dieren rond de patrouilleboot of er onderdoor. “Het zijn net dolfijnen. Dat is heel bijzonder. Daar doen we het voor en daar geniet ik van.” Snel varen is door de golfslag ook hinderlijk voor vogels aan de wal. “Je verstoort vogels die met hun jonkies aan de kant zitten.”
Ook aan wal voeren de inspecteurs verschillende controles uit en werken ze samen. Zo heeft het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN) in kaart gebracht waar de bontbekplevier broedt en deze stukjes schelpenstrand afgezet met een net en informatiebord. IVN geeft aan RUD Zeeland door waar de nestjes zich bevinden. Er wordt tijdens een patrouille gekeken of de broedplek nog steeds is afgezet en of er geen mensen lopen. De bontbekplevier is klein en kan zich goed verstoppen in een kuiltje tussen de schelpjes. De aanwezigheid van de vogel is bijzonder, er zijn maar driehonderd broedpaartjes in Nederland bekend.
Groen hart
RUD Zeeland heeft momenteel zeven groene inspecteurs, in een groot gebied. De verwachting is dat er in de toekomst meer toezicht nodig is. Het wordt namelijk steeds drukker op het water. Met de opleiding tot handhaver grijs of groen of aanverwante opleidingen kun je bij RUD Zeeland aan de slag. Huibert: “En je moet een groen hart hebben. Het is niet altijd zonnig en we moeten ook wel eens mensen bekeuren. Maar ik geniet van mijn werk. We zijn de boswachters op het water.”