Nieuwsbrief oktober 2023

Voorwoord Anton van Leeuwen – directeur RUD Zeeland

Samenwerken met overheidspartijen in de regio, provinciaal, landelijk én over de grens. Dit is de laatste jaren gegroeid en geïntensiveerd. We stellen onszelf en elkaar steeds vaker de vraag hoe we tegen de maatschappelijke opgaven en de belangrijkste omgevingsfactoren die de gezondheid en veiligheid bedreigen, aankijken. De bevoegdheden, taken en behoeften verschillen onderling. De materie of problematiek is dikwijls complex. Dat maakt dat er geen standaard route is om alles op te lossen. Waar we goed en steeds beter in zijn, is kennis uitwisselen, elkaar helpen en versterken. Zo zoeken we naar (duurzame) oplossingen voor een gezonde en veilige regio.

Aan tafel zitten met elkaar heeft zin

Integrale samenwerking zorgt ervoor dat we de grensoverschrijdende problematiek willen aanpakken. Maar we denken niet alleen groot. Ook op kleinere schaal heeft het altijd zin om met elkaar aan tafel te zitten. Onze inspecteurs kennen dus de bedrijven in de regio. Die kennis helpt hen om in de lokale context te adviseren. In (regionale) werkgroepen wisselen overheidsorganisaties al regelmatig kennis uit. Het stelt ons in staat om de leefomgeving en het milieu heel gericht te beschermen.

Sleutelwoorden? Kennis en delen

In deze nieuwsbrief leest u de woorden kennis en delen in elk artikel. In verschillende vormen en context. Dat wel. Signalering en advisering, het delen van kennis en verbinden geeft ruimte aan ontwikkeling en aanpak.

Veel leesplezier!

Op weg naar een robuuste RUD

We zijn goed in wat we doen, maar beschikken over relatief weinig personeel voor het uitvoeren van de VTH-taken. Onze omgevingsdienst moet robuuster worden. Dat is ook de conclusie die de commissie Van Aartsen landelijk trok in 2021. Wat is er ondertussen al gebeurd en wat speelt er nog meer? We nemen u mee.

In de vorige nieuwsbrief las u al dat we werken aan een robuuste RUD. Dat doen we samen met de Zeeuwse gemeenten en provincie Zeeland. Uit diverse onderzoeken van afgelopen jaren bleek namelijk dat omgevingsdiensten nog niet functioneren zoals het zou moeten.

Zeeuwse post voor de minister
De afgelopen maanden is er hard gewerkt. Een werkgroep is opgericht met afgevaardigden van al onze deelnemers. Zij vulden samen een toetsingskader in. Daaruit blijkt wat er nodig is om robuust te worden. Begin oktober dienden we dat in bij de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

Sommige punten spraken voor zich. Op het vlak van innovatie en budget voldoen we niet. De begroting zou jaarlijks minimaal 16,5 miljoen moeten zijn. We komen nog drie miljoen tekort om aan de norm te voldoen. Ook in fte’s zijn we nog te klein. We hebben bovendien geen opleidingsprogramma. Wat voor innovatie juist belangrijk is.

Hoe worden we precies robuuster? Dat is aan de gemeenten, provincie, het Rijk en de omgevingsdiensten. De punten waarop de RUD niet voldoet aan het toetsingskader, werken we op dit moment uit in een plan van aanpak. Dit plan moet voor 1 april 2024 bij de staatssecretaris liggen.

Wat speelt er nog meer?
Onder de naam Interbestuurlijk Programma Versterking stelsel Vergunningen Toezicht en Handhaving (IBP VTH) is in 2022 een landelijk programma gestart, waarmee de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen worden uitgevoerd. Die zijn uitgevoerd in zes pijlers.TwynstraGudde en SPPS Consultants onderzochten ook de milieutaken van Zeeland en bevestigen het beeld wat Van Aartsen schetst. Het robuust worden zit in pijler 1. Er gebeurt ook steeds meer binnen de andere pijlers. Zowel op landelijk niveau als binnen de RUD. In pijler 3 nemen we deel in een project waarin we onderzoeken hoe we drones kunnen inzetten bij toezichthouden. Vanuit pijler 6 neemt de RUD ook deel aan een visitatie. Dat wil zeggen dat we zelf bezoek krijgen en andere omgevingsdiensten bezoeken om de kwaliteit te verbeteren.

Welke zes pijlers zijn er?
1 Robuustheid en financiering
2 Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging
3 Informatievoorziening
4 Kennisinfrastructuur
5 Onafhankelijke uitvoering van Toezicht en Handhaving
6 Monitoring kwaliteit milieutoezicht.

Zeeland en grensoverschrijdende milieu-effecten

De Nederlandse provincie Zeeland grenst aan de Belgische provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen. Deze regio kent diverse soorten industriële activiteiten die van invloed zijn op mens en natuur. Om elkaar te beschermen tegen  grensoverschrijdende milieu-effecten zijn de VN-Verdragen Espoo (1991) en Helsinki (1992) in het leven geroepen. Dit artikel geeft inzicht in welke taken RUD Zeeland heeft volgens beide Verdragen en het proces om de uitvoering daarvan te verbeteren.

Provincie Oost-Vlaanderen

Begin dit jaar, op 29 maart, kwamen de Belgische provincie Oost-Vlaanderen, provincie Zeeland, Rijkswaterstaat en RUD Zeeland voor het eerst gezamenlijk bij elkaar. Voor de aanwezige vergunningverleners/adviseurs en administratieve medewerkers betekende deze ontmoeting, naast kennismaking, een verhelderende en leerzame kijk op elkaars werkprocessen. De vervolgafspraken zijn gemaakt.

RUD Zeeland heeft de intentie om tot soortgelijke afspraken te komen met onder meer de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen. Net als met de Stad Antwerpen. De situatie daar is immers hetzelfde als met provincie Oost-Vlaanderen.

RUD Zeeland

Provincie Zeeland heeft RUD Zeeland gemandateerd voor de uitvoering van beide Verdragen. De RUD beoordeelt op basis vanuit België ontvangen dossiers of er hierover geadviseerd moet worden. Dit geldt alleen voor zones binnen de 5 c.q. 15 kilometer van de Belgische grens. Een dergelijk dossier kan een milieueffect (mer)-rapport, veiligheidsrapport of een aanvraag vergunning zijn. Dit kan gaan over intensieve veehouderijen via windturbineparken tot Brzo-bedrijven (Besluit risico’s zware ongevallen). De RUD toetst of de voorgenomen activiteiten vanuit België effecten hebben op mens en omgeving op Nederlands grondgebied. We adviseren daarover aan het bevoegde Belgische gezag.

Bij de advisering stemt RUD Zeeland af met provincie Zeeland (vanwege advisering over natuur en ruimtelijke ordening). Rijkswaterstaat informeren we over de wateraspecten. Zij adviseert vervolgens zelfstandig. De vier Zeeuwse grensgemeenten (Reimerswaal, Hulst, Terneuzen en Sluis) hebben ook een rol bij het informeren van hun inwoners.

Bedrijven in Zeeland

Uiteraard geldt de internationale informatieplicht andersom ook over voorgenomen activiteiten met mogelijk grensoverschrijdende effecten vanuit Nederland naar België. Provincie Zeeland heeft de RUD gemandateerd voor het informeren van de Belgische betrokken instanties over activiteiten met grensoverschrijdende milieu-effecten afkomstig van provinciale bedrijven. Hier geldt dezelfde zonering. Gaat het om activiteiten binnen deze zones van de provinciale Brzo-bedrijven in Zeeland? Dan heeft provincie Zeeland de omgevingsdienst Rijnmond (DCMR) gemandateerd. Ten slotte voert RUD Zeeland de informatieplicht ook uit voor bedrijven die vallen onder gemeentelijk bevoegd gezag binnen eerder genoemde zones met grensoverschrijdende milieu-effecten.

Verdragen Espoo en Helsinki

Indien er sprake is van grensoverschrijdende effecten, bestaat de verplichting onder het Espoo Verdrag tot het opstellen van een mer. Dat geldt dan wel voor bedrijven gelegen binnen 5 kilometer van de landsgrens. Denk hierbij aan intensieve veehouderijen en windturbineparken.

Het Helsinki Verdrag verplicht buurlanden elkaar inzicht te geven in de gevaren en risico’s voor zover het gaat om mogelijk grensoverschrijdende gevolgen voor mens en milieu. Dit geldt met name voor Brzo-bedrijven gelegen op een afstand van maximaal 15 km van de landsgrens. Het betreft specifiek instrumenten als veiligheidsrapporten en aanvragen vergunning.

Het doel van beide verdragen is het wederzijds verplichten om de inwoners (via zienswijze en beroep) en de autoriteiten (via advies) in het ‘ontvangende’ land inspraak te geven bij de voorgenomen activiteiten. Op deze wijze kunnen zij invloed uitoefenen op potentiële negatieve milieueffecten in hun eigen leefomgeving. Ook al bevinden de bronnen daarvan zich in het buitenland.

Vervolg

RUD Zeeland hecht veel waarde aan een correcte uitvoering van de verdragen Espoo en Helsinki. In overleg met de provincie willen we de benodigde capaciteit hiervoor zo snel mogelijk op orde hebben. Daarnaast zijn we volop bezig met (de voorbereiding van) het maken van diverse werkafspraken. Zowel met de Belgische instanties als met de vier betrokken Zeeuwse grensgemeenten.

Vragen

Als u vragen heeft of als één of beide verdragen van toepassing zijn op uw bedrijf, neem dan contact met ons op. Dat kan door een mail te sturen naar accountdeskdvo@rud-zeeland.nl.

Verduurzamen? Doen!

Wist u dat er door verduurzaming meer financiële ruimte bij een bedrijf ontstaat? Onze inspecteurs maken bedrijven en instellingen enthousiast voor duurzame maatregelen.

Basistaak

Vanuit de Rijksoverheid wordt er sinds enkele jaren fors ingezet op energietoezicht bij bedrijven en instellingen. De omgevingsdiensten krijgen hier aanvullende capaciteit voor. Voorheen kwam dit vanuit de Versterkte Uitvoering Energiebesparings- en Informatieplicht (VUE’s). Sinds dit jaar is er een Specifieke Uitkering (SPUK) voor energie beschikbaar gesteld. Van de 56 miljoen euro die landelijk beschikbaar was, kon RUD Zeeland op maximaal 1,3 miljoen euro aanspraak maken. Dit is ook aangevraagd en toegezegd.

Aan verbruik is een drempel gekoppeld

Een bedrijf of instelling moet energiebesparende maatregelen treffen met een jaarlijks verbruik van meer dan 50.000 kWh aan elektriciteit en/of 25.000 m3 aan aardgas equivalent. Vanuit het Activiteitenbesluit is een bepaling opgenomen. Bedrijven en instellingen moeten alle energiebesparende maatregelen treffen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden. Alle maatregelen die moeten worden doorgevoerd, zijn opgenomen in EML’s (Erkende Maatregelen Lijsten). Sinds 1 juli 2023 vallen de vergunningplichtige bedrijven – type C inrichtingen – door een addendum ook rechtstreeks onder dit artikel van het Activiteitenbesluit.

Komst van de Omgevingswet

Met de komst van de Omgevingswet op 1 januari 2024 blijven de regels grotendeels hetzelfde. De regels vallen dan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

Ervaringen

Met het toekennen van de SPUK voert een aantal RUD-inspecteurs voor een deel van hun werktijd energiecontroles uit. Zij maken, zoals altijd, van tevoren een afspraak met het bedrijf of instelling. Ze geven aan welke gegevens al voorbereid kunnen worden. Tijdens de controle zit de kracht vooral in voorlichting, vertelt een inspecteur. “Wat het betekent en wat het oplevert. Door verduurzaming en besparing op energieverbruik krijgt een bedrijf meer financiële ruimte. Tijdens een controle adviseren we nooit. We informeren en stimuleren juist.” En dat werkt. Als iemand na heldere uitleg aan de slag gaat, stapt de inspecteur met een tevreden gevoel naar buiten.

Verder zien we dat veel bedrijven en instellingen op dit moment niet voldoen aan de wetgeving. Bij 90% van de uitgevoerde controles is er sprake van overtredingen.

Hoe verder?

Tot nu toe maakt de RUD alleen nog maar gebruik van de SPUK-THE voor toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht, zonder bijdrage van de deelnemers. Er zijn nog zes andere SPUK’s. In deze nieuwsbrief gaat het over de SPUK energie. Het is belangrijk dat er in de toekomst binnen Zeeland een gelijk speelveld wordt gecreëerd voor alle bedrijven en instellingen. Op basis van de huidige middelen is er per bedrijf en instelling sprake van een inspectiefrequentie van één maal in de twintig jaar. Dit is uiteraard een onwenselijke situatie.

In gesprek met Gino Depauw

door Justa van Hermon

Gino Depauw is wethouder van de gemeente Hulst en dagelijks en algemeen bestuurslid bij RUD Zeeland. Hij heeft dus verschillende petten op. Hoe werkt dit in de praktijk? Is het de perfecte combinatie of soms juist lastig? Deze en andere vragen kwamen aan bod in een uitgebreid en boeiend gesprek.

Verschillende petten; goed te combineren of lastig? 

“Voor de gemeenschappelijke regeling RUD Zeeland zit ik in mijn tweede termijn als algemeen bestuurder. Dus zo’n vijf jaar nu. Sinds mijn tweede termijn ben ik ook sinds een jaar lid van het Dagelijks Bestuur. En ja, dat betekent verschillende petten. Het kruist elkaar soms. Andere keren is het praktisch omdat ik net wat meer achtergrondinformatie heb. Openheid en in gesprek blijven met elkaar helpt. De hoofdzaak blijft het voeren van de discussie over wat op dat moment op tafel ligt. Aandacht en waakzaamheid is er voortdurend voor de dingen die we als RUD Zeeland doen. Omdat ze ook politiek en/of bestuurlijk relevant kunnen zijn”.

Kwestie van evenwicht

“De taak van de RUD is te zorgen voor een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Daar werken we met z’n allen iedere dag aan. We zien de ontwikkeling naar een robuuste RUD en de groei naar een kenniscentrum. Het is zaak om samen dat evenwicht te houden tussen taken, personeel en financiën. Als er geld tekort is, draaien de deelnemers daarvoor op. Dat kan leiden tot financiële problemen bij gemeenten. Als bestuurder, voor mij in meerdere opzichten dus, zit de uitdaging in het mede managen van de belangen over en weer”.

RUD Zeeland bestaat in januari 2024 tien jaar. Verschillende ontwikkelingen en fases zijn gepasseerd. Wat is u bijgebleven, waar kijkt u met trots op terug? Wat kan beter?

“Zolang ben ik nog niet als bestuurder betrokken bij de RUD. De opstart maakte ik dus niet mee. Het PxQ, prijs maal kwantiteit, traject wel. Daarbij betalen de deelnemers voor wat ze krijgen. Gebleken is dat dit niet efficiënt genoeg is. Een dienstverleningsovereenkomst (DVO) werkt in mijn ogen beter. Daarin staat helder omschreven wat, en binnen welke tijd en kosten het bevoegd gezag een product, advies of dienst verwacht. Zo weten de deelnemers en de RUD wat ze van elkaar mogen verwachten.

Trots kijk ik naar de organisatie. De RUD heeft de afgelopen jaren laten zien als uitvoeringsdienst dichtbij haar omgeving te staan. Een robuustere organisatie kan ook groter en meer op afstand betekenen. In het rapport ‘Elke regio telt!’ staat: ‘Bij het maken van beleid moet de nadruk niet alleen liggen op doelmatigheid, maar ook op de gevolgen voor de samenleving en leefomgeving in alle delen van Nederland’. Dat onderschrijf ik zeer. Het vraagt wel om een secure balans in een algemene aanpak en maatwerk. Ken de omgeving waarin je werkt dus. Kijk verder dan gemeentegrenzen. Alleen zo kunnen we de gevolgen voor die samenleving en omgeving goed inschatten”.

Pfas kunnen een risico vormen voor mensen en het milieu. Het is een grensoverschrijdend probleem. Welke processtap(pen) kunnen we samen zetten richting een oplossing?

“Een goede stap is het verbeteren van het proces van informatiedeling en betrokkenheid bij vergunningverleningen die grensoverschrijdend effect in buurlanden hebben. Goed nabuurschap dus. De besluitvorming hiervoor ligt op nationaal niveau. Wie de financiële bevoegdheid draagt, is vooralsnog onduidelijk. Is dat het land waar de vergunning wordt verleend? Draagt provincie Zeeland hier aan bij? Een besluit ligt er nog niet, maar de gezamenlijk aandacht en wil tot aanpak is er”.

De Omgevingswet komt eraan. De invoering vroeg al en vraagt, in combinatie met ruimtelijke vraagstukken, om een cultuuromslag bij gemeenten, ambtenaren, bestuursleden én raadsleden. Burgerparticipatie wordt belangrijker dan ooit?

“Eens! Het is een nieuwe wet die van grote invloed zal zijn op de directe omgeving van onze inwoners. Volgens die nieuwe Omgevingswet kunnen zowel burgers als ondernemers actief participeren bij de besluitvorming. Ik ben zeker voor participatie. Een inwoner moet altijd mee kunnen denken en doen in zijn omgeving. Het blijft wel balanceren op de gulden middenweg. Waar trek je de grens in belang en betrokken? In de Omgevingswet staat participatie voor het vroeg betrekken van belanghebbenden bij de besluitvorming voor een project of activiteit. Dus niet alleen op de formele momenten waarop partijen, op grond van de wet, zienswijzen kunnen indienen. Maar juist het betrekken vóórdat de formele besluitvormingsprocedure start. Het belangrijkste bij participatie in mijn ogen? Dat duidelijk is waar wel en niet over meegepraat en -beslist kan worden”.

In een gepubliceerd interview met oud directeuren van landelijke omgevingsdiensten eerder dit jaar stond: “De omgevingsdienst is een dienst van en voor de partners”. Bent u het daarmee eens?

“Ja, áls de basis op orde is. En dat bedoel ik in de breedste zin van het woord. Denk hierbij aan stemrecht, financiële bijdrage en zeggenschap. Maar ook aan een juiste balans tussen taken, personeel en geld. Een stabiel fundament. Daarmee ben ik weer terug bij het begin van ons gesprek. Het is een kwestie van evenwicht”.

We gaan voor kwaliteit. Wat houdt dat in?

Kwaliteit is belangrijk voor ons. We hebben er zelfs een certificaat voor en een eigen kwaliteitsmedewerker. Wat doen we als RUD Zeeland precies aan kwaliteit en wat houdt dit allemaal in? Kwaliteitsmedewerker Jeroen Vervaet praat ons bij. 

 Kwaliteit is een heel breed begrip waar je van alles onder kunt scharen. Van de kwaliteit van een vergunning, de diepgang van een controle en het afhandelen van een klacht tot bijvoorbeeld de snelheid van terugbellen.

Interne kwaliteit

Onze interne kwaliteit is sinds 2017 specifiek vastgelegd, met het ISO9001 certificaat. Dit is een internationale standaard die aantoont dat je kwaliteit levert. “Een must voor een toezichthoudende organisatie, zo vindt provincie Zeeland. Daarom nemen zij ieder jaar deze norm nadrukkelijk in hun jaarplan op”, vertelt Jeroen. De norm eist dat je ieder jaar een interne en externe audit uitvoert.

“Omwille van de objectiviteit laten we beide audits uitvoeren door een externe partij. De interne audit voeren we meestal in mei/juni uit zodat er daarna eventueel nog tijd is om zaken op orde te brengen voor de externe audit die meestal in oktober plaatsvindt.”

Steeds verbeteren

Daarnaast hebben we als RUD ook zelf de overtuiging en de wil om steeds te verbeteren. Dit wordt vaak bij de audits gesignaleerd door de auditor. “Die geeft regelmatig aan dat er zulke betrokken en gedreven collega’s bij onze organisatie werken. Altijd leuk om te horen natuurlijk!”

Naast bovenstaande acties laten we allerlei onderzoeken uitvoeren om onze kwaliteit te toetsen. Bijvoorbeeld een stakeholdersonderzoek, medewerkertevredenheidsonderzoek en het recente bereikbaarheidsonderzoek. Al deze onderzoeken geven goed inzicht in hoe we er voor staan. De zaken die goed gaan, zetten we voort. Voor de zaken die aandacht behoeven, zetten we acties op. Soms is dat niet zichtbaar. Andere keren wel.

Bijvoorbeeld bij de visitaties die komende maanden uitgevoerd worden in het kader van de SPUK IBP verbetering VTH. Met deze visitaties ‘kijken de OD’s bij elkaar in de keuken’ en kunnen daarmee dus van elkaar leren.

Tot slot stelt het managementteam ieder jaar doelstellingen en Kritieke Prestatie-Indicatoren (KPI’s) vast. Deze worden gemonitord en waar nodig onderweg bijgestuurd.

De Omgevingswet komt eraan en wij zijn er klaar voor

Rond de datum 1 januari 2024 staat een grote cirkel in de agenda’s van medewerkers van RUD Zeeland. Dan wordt de Omgevingswet van kracht en zijn wij er klaar voor. We nemen u mee in wat er bij ons achter de schermen gebeurt. 

Hoe stomen we onszelf klaar?
Een grote verandering vraagt om een toegewijde projectgroep die precies in beeld heeft wat er moet gebeuren. De projectgroep Omgevingswet van RUD Zeeland doet dat inmiddels al een hele tijd. Nadat de Omgevingswet in 2015 werd aangenomen door de Tweede Kamer, begonnen de eerste voorbereidingen. In maart 2016 kwam de projectgroep onder leiding van Ineke Jansen voor het eerst bij elkaar. Medewerkers van verschillende afdelingen werken sindsdien intensief samen. Ze gebruiken drie instrumenten om de invoering van de Omgevingswet in goede banen te leiden.

Welke instrumenten zijn dat?
Het eerste is het plan van aanpak, waar jaarlijks zaken zoals doelstelling, beleid, planning, financiën en risico’s in worden opgenomen. Het tweede instrument is het actieprogramma. Dat is de leidraad voor het maandelijkse overleg van de projectgroep. Het actieprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd en is opgedeeld in thema’s. Binnen de thema’s zijn concrete acties omschreven, die zijn toebedeeld aan leden van de projectgroep. Zij vragen vervolgens collega’s om hulp om de acties uit te voeren. Elke actie heeft een planning per kwartaal. Het derde instrument is de jaarlijkse evaluatie.

Wat komt er allemaal kijken bij de implementatie?
Kort gezegd: heel veel. De Omgevingswet heeft invloed op iedereen die bij RUD Zeeland werkt. Zo is de producten- en dienstencatalogus (PDC) vorig jaar Omgevingswetproof gemaakt en door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Ook de jaarplannen worden aangepast aan de Omgevingswet. Alle toezichthouders hebben inmiddels mandaat gekregen om op te kunnen treden op grond van de Omgevingswet. Ook de mandaatregelingen en het ondermandaat voor onze deelnemers zijn Omgevingswetproof. Adviezen over de bruidsschat (hiermee bedoelen we dat een aantal regels verhuist van het Rijk naar gemeenten en waterschappen) zijn in de maak. De standaardbrieven, en dat zijn er heel wat, worden op dit moment aangepast.  Zo zijn er nog veel actiepunten die zijn afgerond of waar de laatste hand aan wordt gelegd.

Wat gebeurt er op het gebied van samenwerking?
Voor de tweede keer is een roadshow gehouden voor onze deelnemers. We gaan naar hen toe om samen te kijken naar de voorbereiding, inrichting en gemaakte keuzes. We testen ook de inrichting van het digitale loket. Dit doen we via de verschillende informatiesystemen tussen de Zeeuwse bevoegd gezagen en RUD Zeeland. Op deze manier controleren we of het hele proces na de invoering van de Omgevingswet goed werkt. De omgevingstafel wordt ook een nieuwe manier van samenwerken bij complexe aanvragen. Dat is een manier om nog vóór een procedure alles te bespreken met de betrokken partijen. Dat komt omdat de proceduretijd voor het overgrote deel van de aanvragen wordt ingekort van 26 naar 8 weken. In Zeeuws-Vlaanderen wordt daarmee geoefend. De samenwerking met Veiligheidsregio Zeeland en GGD verloopt uitstekend.

Wat doen we nog meer?
Iedereen bij RUD Zeeland wordt meegenomen in de implementatie van de Omgevingswet. De projectgroep houdt alle collega’s op de hoogte en er staat in november een tweede Week van de Omgevingswet op de agenda. Verspreid over twee dagen zijn er workshops over verschillende aspecten van de Omgevingswet. Denk hierbij aan de zorgplicht en financiële zekerheid. Alle medewerkers krijgen de mogelijkheid om een interne basiscursus Omgevingswet te volgen en herhalen.

 

Wij zijn de ogen en oren in de provincie

Wij zijn de ogen en oren in de provincie en daar doen we iets belangrijks mee. Het signaleren van ondermijnende criminaliteit wordt steeds verder uitgebouwd. Vanaf januari 2024 is er een ondermijningsteam operationeel. 

Wat is ondermijning?

Ondermijning betekent dat criminelen bedrijven uit de bovenwereld gebruiken om illegale activiteiten in de onderwereld uit te voeren. Je kunt daarbij denken aan een hennepkwekerij in een boerenschuur, een drugslab in een bedrijfspand of een autogarage die voertuigen verhuurt aan criminelen. Ondermijnende criminaliteit is moeilijk te signaleren, omdat de activiteiten vaak verborgen zijn.

Hoe pakken wij ondermijning aan?

Tijdens het uitvoeren van controlebezoeken bij bedrijven of bij opvallende aanvragen, letten medewerkers van RUD Zeeland op of er sprake kan zijn van ondermijning. Ook op bedrijventerreinen of in het buitengebied letten we op signalen. We zetten nog een stap verder, per 1 januari is er een ondermijningsteam operationeel. Er komen inspecteurs met een taakaccent ondermijning. Zij kijken verder dan hun eigen milieucontrole en worden met gespecialiseerde opleidingen getraind om signalen van ondermijning te herkennen. Deze groep heeft affiniteit met het onderwerp, is betrokken en toegewijd. Door het opzetten van een vast ondermijningsteam zijn de toezichthouders uit dat team vaste gezichten bij de deelnemers en externe partners. Gemiddeld één dag per week houden zij zich bezig met ondermijning. Dit zijn ook de inspecteurs die meegaan naar de integrale acties die door onze deelnemers georganiseerd worden.

Een integrale actie, wat is dat?

Een integrale actie is in feite een brede controle, veelal geïnitieerd vanuit de gemeente. Meerdere externe partners zoals politie, belastingdienst, arbeidsinspectie, veiligheidsregio en omgevingsdiensten trekken samen op. Op deze dag worden een aantal, van te voren bepaalde, locaties bezocht door diverse toezichthouders en controleurs. Zij kijken ieder vanuit hun eigen expertise en specialisme naar de naleving van wet- en regelgeving op gebied van onder andere het bestemmingsplan en milieuwetgeving. Tijdens de integrale actie worden door de toezichthouders de ogen en oren opgehouden voor het signaleren van ondermijnende activiteiten.

Wat doet een toezichthouder precies?

Toezichthouder Arjen: “Vanuit onze expertise op het gebied van milieuwetgeving bekijken wij of de handelingen die binnen een bedrijf uitgevoerd worden (de activiteiten) passen bij het type bedrijf. Als een bedrijf een inrichting in de zin van Wet milieubeheer blijkt te zijn, moet dit bedrijf zich melden en vinden er met regelmaat milieucontroles plaats. Daardoor houden wij zicht op het bedrijf en op veranderingen binnen het bedrijf en de omgeving.”

Wat is de rol van de coördinator ondermijning?

Coördinator Fleur: “Als coördinator ondermijning van de RUD Zeeland ben ik het eerste aanspreekpunt voor interne collega’s en externe partners op gebied van ondermijning. Onze deelnemers hebben hierdoor een vast gezicht en weten bij wie ze moeten zijn als zij vragen hebben over bepaalde bedrijven of gebieden. Op het moment dat er waardevolle signalen van ondermijning binnenkomen bij onze organisatie zorg ik dat deze bij de juiste personen terecht komen. Deze informatie kan dan nét dat extraatje zijn om bijvoorbeeld een integrale actie te gaan organiseren.”

Wat doen wij met signalen van ondermijning?

Signalen van ondermijning geven we door aan het bevoegd gezag. We werken samen met Zeeuwse gemeenten, provincie, waterschap, politie en Veiligheidsregio Zeeland. Op rud-zeeland.nl/ondermijning is meer informatie te vinden.

Jubileumjaar 2024

In 2024 vieren we ons tienjarig jubileum. We laten dit feestelijke jaar natuurlijk niet onopgemerkt voorbij gaan.

 Op verschillende manieren gaat u merken dat wij Zeeland al tien jaar schoon en veilig houden. Zo is er een apart jubileumgedeelte voor de website in de maak. We nemen u het hele jaar mee in wat we doen en wie we zijn. We blikken terug, kijken vooruit én u komt meer over de mensen te weten die werken bij RUD Zeeland.

Volgend jaar vieren we ons tienjarig jubileum ook met onze stakeholders. We werken immers al tien jaar intensief samen. Een jubileumwerkgroep is momenteel bezig om alles voor te bereiden. Wordt vervolgd!

preloader logo
Wij zetten ons elke dag in voor
een schoon en veilig Zeeland