Tien jaar Ondernemingsraad: Als lid van de OR sta je altijd 'aan'

Ze hebben voelsprieten voor wat er gebeurt binnen de organisatie en zijn onmisbaar. Tien jaar RUD Zeeland betekent dat er ook al tien jaar een ondernemingsraad actief is. Vier (oud)-voorzitters blikken terug en kijken vooruit.

Even terug in de tijd
De OR van RUD Zeeland ging stormachtig van start. Hoe precies? Daarvoor stappen we meer dan tien jaar terug in de tijd. De gemeenten en provincie hebben van oudsher de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving op milieugebied zelf in huis. Dat verandert landelijk ingrijpend. In 2013 wordt de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland opgericht. De kennis en expertise wordt voortaan gebundeld bij regionale uitvoeringsdiensten. RUD Zeeland krijgt taken in opdracht van de dertien Zeeuwse gemeenten, de provincie Zeeland en Waterschap Scheldestromen. Zij zijn nu de deelnemers van de RUD.  Die verandering heeft grote gevolgen voor een aantal medewerkers van die organisaties. Ze verhuizen naar de RUD, waar alles voor iedereen even nieuw is.

De Bijzondere Ondernemingsraad

De Bijzondere Ondernemingsraad
Zo’n zeventig medewerkers vanuit de deelnemers moeten de overstap naar de RUD maken. Zij vervolgen hun functie of krijgen een nieuwe functie. Daar moet veel voor geregeld en opgetuigd worden. Letterlijk alles. Om de medezeggenschap over de oprichting van de RUD te borgen, wordt er een Bijzondere Ondernemingsraad, oftewel BOR, opgericht. Daarin worden alle ondernemingsraden van de gemeenten, provincie en het waterschap vertegenwoordigd. Walter Beilo is daar vanaf het eerste begin bij betrokken. “De BOR had een bijzondere samenstelling en een bijzonder proces. Ik zat er vanuit de ondernemingsraad (OR) van de provincie Zeeland.”

Waar een OR tot honderd werknemers vijf leden heeft, heeft de BOR er maar liefst minimaal vijftien. Kortom, drukbezochte vergaderingen. “Vanuit alle ondernemingsraden was er iemand, die vaak nog een vervanger had die regelmatig meekwam. Dan had je ook nog de afgevaardigden van bestuurders vanuit de organisaties.” Ook adviseurs van een adviesbureau sluiten aan.

Voeling vanuit de achterban
Want er moet nogal wat besloten worden. Walter: “Kilometervergoedingen, het functieboek, onderzoek naar de locatiekeuze. Ik heb zelf geprobeerd om binnen de provincie de stukken zoveel mogelijk te verspreiden. Ik dacht, ik moet vanuit de achterban voeling hebben over wat men wil. Daar maak je je hard voor. Ik kreeg er gelukkig vanuit de werkgever genoeg tijd voor.” Wijtze Barkhuijsen gaat ook van de provincie naar de RUD. Een roerige tijd: “Het was geen gespreid bedje.”

Voorzitters in vogelvlucht

Rond mei 2014 worden er verkiezingen gehouden en komt de OR in rustiger vaarwater. Walter wordt voorzitter van de eerste OR. Wytze Barkhuijsen neemt het van hem over, vervolgens Walter en daarna is Ilona Baart een aantal jaar voorzitter. Sinds november 2019 is Ton Stapels de voorzitter. Echt rustig is het natuurlijk nooit, er speelt altijd wat. Ton heeft de organisatie de afgelopen jaren zien groeien. Ton: “Sinds dit jaar hebben we een OR van zeven leden omdat de RUD meer dan 100 mensen in dienst heeft. Er zijn meer taken bijgekomen, meer mensen en we zijn hartstikke verjongd.”

Wat deze (oud-)voorzitters drijft
De voorzitters praten allemaal met enthousiasme over RUD Zeeland en hebben duidelijk hart voor de organisatie. De OR doe je er niet ‘even’ bij.  Walter: “Je moet er wel interesse in hebben, maar je krijgt meer begrip en zicht op de organisatie.” Wytze: “De OR is ook een verruiming, het maakt je werk leuker.” En wat net zo belangrijk is: voelsprieten. Als lid van de OR sta je altijd ‘aan.’ Wytze: “Ik was bij wijze van spreken niet bij het kopieerapparaat weg te slaan, om stukken te kunnen lezen. Ik was landelijk heel goed geïnformeerd, ook aan de vakbondskant.” Ton beaamt dat. “Je behartigt de belangen van je collega’s en moet bereid zijn om daar tijd in te steken en veel te lezen. Voor mij is dat motiverend én uitdagend.”

Soms is het moeilijk

Een OR-voorzitter moet ook stevig in zijn of haar schoenen staan en niet bang zijn om in een pittige discussie terecht te komen. De OR kan gevraagd én ongevraagd advies geven. “Soms vind je als OR iets wat niet voor iedereen leuk is”, vertelt Walter. “Dat moet je ook kunnen verdedigen, in het kader van organisatiebelang.”  Wytze: “Je moet ook om kunnen gaan met tegengestelde belangen.” Ton:  “Dat kan soms best moeilijk zijn, maar gelukkig kunnen we elkaar binnen de OR daarin helpen.”

Hier wordt met trots op teruggekeken
De inzet loont, merken de voorzitters. Ze kijken met trots terug op tal van zaken. Wytze: “Zo is de kilometervergoeding voor medewerkers nog steeds goed.” Walter en Ilona noemen de ontvlechting van taken en mensen naar DCMR Milieudienst Rijnmond. De milieutaken voor de risicovolle bedrijven werden overgeheveld. Walter en Ilona: “We hebben ons er tegenaan bemoeid omdat het ook ging om mensen. We hebben het gevoel dat we als OR dat zo goed mogelijk hebben gedaan. Dat mensen die daarheen wilden, daar ook terechtkwamen. We beten ons daarin vast.” Ton: “Sinds november 2019 hebben we als OR elf adviezen verstrekt van uiteenlopende aard. Wij hebben veel aandacht geschonken, en doen dat nog steeds, aan het verminderen van de span of control bij het afdelingshoofd Toezicht en Handhaving. De span of control is het aantal medewerkers aan wie een leidinggevende zo effectief mogelijk leiding kan geven.”

De toekomst

Ook de relatie met WOR-bestuurder en directeur Anton van Leeuwen verloopt sinds de oprichting soepel. Walter: “Hij heeft ons buitenom vergaderingen vaak om advies gevraagd. Hij ziet ons als een volwaardig partner.” Ton: “Ik kan die houding van de WOR-bestuurder in de praktijk bevestigen.” Of het nu grote of kleine successen zijn, het gevoel is altijd hetzelfde. Walter: “Dan merk je dat het leuk is dat je wat voor mensen kunt doen. Dat geeft voldoening.”

De toekomst
De OR leunt nooit achterover, op dit moment zijn er twee grote ontwikkelingen. RUD Zeeland moet robuuster worden en daar loopt landelijk een traject voor. “Als gevolg hiervan zullen er meer mensen bijkomen en de vraag is hoe we de organisatie daarop gaan inrichten.” Nummer twee is het onderzoek naar de mogelijke samenwerking met de twee andere ketenpartners GGD en VRZ, inclusief huisvesting.  Ton: “Ook hierbij zijn zowel de belangen van de medewerkers als de organisatie mee gemoeid en daarmee een rol voor de OR die we inmiddels hebben opgepakt.”

 

 

 

preloader logo
Wij zetten ons elke dag in voor
een schoon en veilig Zeeland